
Hoe snel kun je als zanger verandering waarnemen als je werkt met het Lichtenberger
model?
Dat hangt af van hoe goed je in staat bent je te concentreren en open te zijn voor de
waarneming. Als je de controle over je stem niet los kunt laten, dan gebeurt er niet veel. In
die zin kan je professionele training een hindernis zijn.
Wat ook kan gebeuren is dat je als getrainde zanger het verschil zelf niet waarneemt,
maar er wel degelijk iets gebeurt. Anderen in je omgeving horen het wel, zij voelen hoe je
stem opeens binnenkomt.
Het Lichtenberger model gaat over het benutten van de hele klankkast van het lichaam,
maar die fysiologische benadering van zang heeft tegelijk een sterk emotionele uitwerking.
Dat komt doordat er meer hoge frequenties (boventonen) ontstaan tijdens het zingen. Als
er meer klank is in je stem, zijn er meer hoge frequenties en kan je jezelf meer raken, en
ook de ander.
Zangers hebben geen makkelijk instrument. Het is moeilijk om met je eigen stem je héle
lichaam binnen te dringen omdat je instrument – het strottenhoofd – zich hoog in het
lichaam bevindt. Veel klassieke zangers zingen vooral in hun hoofd, met hun kopstem. Om de klank verder in het lichaam te laten komen zijn er hoge frequenties nodig en bewustzijn. Anders gebeurt er niets en blijf je in je hoofd met de klank. Hoge frequenties zijn tonen van 3000, 5000 en 8000 Hertz, de boventonen van onze stemklank.
Lage frequenties voel je makkelijk lager in je lichaam – het voordeel van de mannenstem.
Wat raakt je meer, een mannenstem of een vrouwenstem? De bas in muziek is nodig om
de hoogte te ontspannen. Als vrouwen samen met mannen zingen, dan ontspannen de
vrouwen. Dat hoor je, en het is een klassiek gegeven. In een orkest en koor zijn er daarom
bassen nodig, zodat de hoogte niet de lucht in vliegt en die hoogte meer kan klinken.
Overigens kan ook een mannenlichaam zo gespannen zijn dat zijn stem te weinig klinkt.
Kom het zelf ervaren, boek een proefles! Ik geef les in Amsterdam-Oost en Amsterdam-
Noord.